Hoveniersgilde 1785 (Johannes Kupers)
Gildepenning Hoveniers.
Materiaal: Messing.
Bewerking: Gegoten en gegraveerd.
Massa: Onbekend.
Diameter: Ø 49 mm.
Aanmaakplaats: z.pl. Maastricht.
Datering: 1785
Voorzijde: Tussen twee lijncirkels, het omschrift.
ST. VRBANE PATROEN VANDE HOVENIERS ★
Sint Urbanus, patroon van de hoveniers.
De heilig verklaarde paus Urbanus, gezeten op een troon.
Op het hoofd, de pauselijke tiara.
In de linkerhand, een gebladerde druiventros.
In de rechterhand, de pauselijke staf.
Ter weerszijden van de heilige een hoveniersknecht.
Links, een knecht met een klein boompje in de hand.
Rechts, een knecht met spade en snoeimes.
Keerzijde: Gelegen op het veld.
Het gildelid en jaartal in drie regels gegraveerd.
IOHANNES
KÙPERS
1785
Lit.: Minnard-Van Hoorebeke, Description de méreaux et jetons de présence, etc. Gildes et Corps de Métiers églises, etc. (Gent 1878) pag.192 nr.350.
D.A. Wittop Koning, De penningen der Noord-Nederlandse ambachtsgilden. (Amsterdam 1978) Maastricht, 6.Hoveniers pag.140 nr.6.1.
Dirks, XCVI.19.
Keuzenkamp 474.
Molenaars, Hendrik Koumens 1780
Uit de collectie, Nederlandse Bank.
Gildepenning, "Molenaars".
Op naam van Hendrik Koumens. Kleine lacune door gietfout.
Materiaal: Messing.
Bewerking: Gegoten en gegraveerd.
Massa: Onbekend.
Diameter: Ø 49 mm.
Aanmaakplaats: z.pl. Maastricht.
Datering: 1780
Voorzijde: Binnen een verhoogde smalle boord.
Een staande Sint-Victor in vooraanzicht, met wijde mantel en kaplaarzen.
In de rechterhand, een windmolen op voet.
In de linkerhand, een zwaard achter zich vasthoudend.
Timmermans, Lambert Roest 1777.
Gildepenning Timmerlieden.
Pengat, voor ophanging.
Materiaal: Messing.
Bewerking: Gegoten en gegraveerd.
Massa: 7,16 gram.
Diameter: Ø 29 mm.
Aanmaakplaats: z.pl. Maastricht.
Datering: 1777 (model 1683)
Voorzijde: Binnen een gladde verhoogde boord.
Omschrift:
★ EERT GODT MARIA S IOSEP ONSEN PAT
Centraal, timmergerei waaronder:
Een beitel-, boor en bijl.
Het jaartal gesplitst tussen de werktuigen.
I / 6 / 8 / 3
Keerzijde: Gelegen op het veld.
Het gildelid en jaartal in drie regels gegraveerd.
LAMBER
ROEST
1777
Boven de letters ziet men nog het voorontwerp/of foutieve naam.
Lit.: Minnard-Van Hoorebeke, Description de méreaux et jetons de présence, etc. Gildes et Corps de Métiers églises, etc. (Gent 1878) pag.180 nr.327.
D.A. Wittop Koning, De penningen der Noord-Nederlandse ambachtsgilden. (Amsterdam 1978) Maastricht, 2. Timmerlieden pag.140 nr.2.1.
Dirks, XCV.6.
Keuzenkamp 488-488a.
Begrafenispenning Timmermansgilde 1682
Begrafenis-penning timmermansgilde Maastricht.
Vertint koper
Materiaal: Koper (Cu) Vertint.
Massa: Onbekend.
Diameter: Ø 26,8 mm.
Aanmaakplaats: z.pl. Maastricht.
Datering: 1682
Voorzijde: Binnen een parelcirkel, en gladde cirkel.
Een openstaande passer,
waaronder een bijl.
Tussen de passer-benen, een klein doodshoofd.
Ter weerszijden van de passer,
het gesplitste jaartal
16 / 82
Keerzijde: Binnen een parelcirkel en gladde cirkel.
Een leeg veld.
Mogelijkheid om de naam van het gildelid te graveren.
Lit.: Minnard-Van Hoorebeke pag. 179-180, nr. 326.
Dirks 95.8.
Weiler 1240.
Gilden
waren belangenverenigingen van personen die hetzelfde beroep uitvoerden.
Leden van de gilde betaalden lidgeld/contributie.
Er bestonden fondsen, waar gildeleden en hun naaste familie financieële ondersteuning konden krijgen bij ziekte, ongeval of overlijden van het lid.
Begrafeniskosten werden uitbetaald door speciale fondsen van de "Gilde",
ook wel "doden-bussen" genoemd.
De gildebroeder, bezocht alle leden en melde het overlijden van het gildelid.
En overhandigde een begrafenispenning.
Gildeleden waren verplicht om de begrafenis bij te wonen.
Gildebroeders droegen de overledene naar zijn laatste rustplaats.
En gaven de begrafenispenning terug na afloop, en zo kon men hun aanwezigheid aantonen.
Begrafenis-penning Timmermansgilde 1682 (Friderich Contz)
Begrafenis-penning timmermansgilde Maastricht.
Materiaal: Koper (Cu).
Massa: 5,85 gram.
Diameter: Ø 27 mm.
Aanmaakplaats: z.pl. Maastricht.
Datering: 1682
Voorzijde: Binnen een parelcirkel, en gladde cirkel.
Een openstaande passer,
waaronder een bijl/kapzaag.
Tussen de passer-benen, een klein doodshoofd.
Ter weerszijden van de passer,
het gesplitste jaartal
16 / 82